Volgens de Chinese astrologie ben ik geboren in het jaar van de Haan, ook wel het jaar van de Fèng Huáng. De fèng huáng is een mythische vogel, het Chinese equivalent van de feniks. Oorspronkelijk was fèng het mannetje en huáng het vrouwtje; later werd fèng huáng de naam voor de vogel in het algemeen. In afbeeldingen zie je de fèng huáng vaak gepaard met de Chinese draak: de fèng huáng staat dan voor het yīn, het ‘vrouwelijke’, en de draak voor het yáng, het ‘mannelijke’. Klik hier voor meer over de fèng huáng.
Uitspraak
De accenten op Chinese woorden (in pīnyīn-transliteratie) staan voor de ‘toon’, het hoogteverschil in klank binnen een woord – sommige woorden zijn toonloos en hebben geen accent. Er zijn vier tonen:
ˉ = egaal hoog
´ = van laag naar hoog (als een vraag)
ˇ = van hoog naar laag naar hoog
ˋ = van hoog naar laag (scherp, als een boze uitroep)
In ‘Fèng Huáng’ klinkt de ‘e’ als een korte u of een stomme e, de ‘h’ is iets geaspireerd als een zachte g, en de ‘ua’ is één klank, als ‘wa’. Het hele woord klinkt dus als ‘fung gwang’, waarbij het eerste woord van hoog naar laag gaat en het tweede van laag naar hoog.