Shiatsu en Chinese kruidentherapie hebben allebei hun basis in de traditionele Chinese geneeswijze en maken gebruik van dezelfde holistische theorie. Deze theorie gaat ervan uit dat alles – het lichaam, maar ook de wereld om ons heen – is opgebouwd uit qì, energie. De energie in ons lichaam resoneert met de energie buiten ons: zo hebben we in de herfst, als de natuur zich terugtrekt, van nature de behoefte om onszelf ook meer terug te trekken en alleen te zijn, terwijl we in de lente, als de natuur weer tot leven komt, zelf ook weer zin krijgen om naar buiten te gaan en dingen te ondernemen.
Zolang we in harmonie leven met onszelf en de buitenwereld, kan de energie vrij stromen. Wanneer dit niet het geval is – wanneer we vechten tegen de natuurlijke gang van zaken, of we met onszelf in de knoop zitten, of heftige invloeden van buitenaf vat op ons krijgen – kunnen er blokkades ontstaan. Ook de orgaansystemen in het lichaam, elk met hun eigen functie, dienen harmonieus samen te werken om het lichaam gezond te houden. Klachten zijn niets anders dan uitingen van disbalans in de harmonie: herstel de balans, hef de blokkade op, en de klacht verdwijnt.
De shiatsu en de Chinese kruidentherapie lijken op heel verschillende manieren te werken: shiatsu werkt van buitenaf en herverdeelt de eigen energie van het lichaam, de kruiden werken van binnenuit en voegen toe of drijven af. Juist daarom vullen de twee therapievormen elkaar zo mooi aan. Maar uiteindelijk hebben ze allebei als doel de energie in het lichaam weer vrij te laten stromen.